Geurkaarsen met tuinkruiden

Zo maak je binnen een handomdraai de lekkerste geurkaarsen met tuinkruiden

Geurkaarsen en tuinkruiden vullen elkaar aan. Wie zijn of haar huis wil vullen met de lekkerste natuurlijke geuren hoeft daarvoor geen talloze euro’s neer te leggen bij de dichtstbijzijnde hobbyspeciaalzaak. Geurkaarsen kun je gewoon zelf maken, en met de juiste benodigdheden, een paar kleine tips en wat alledaagse tuinkruiden, maak jij binnen een handomdraai de lekkerst ruikende kaarsen.

Deze geurkaarsen maak je met soja was, en dat brengt een hoop voordelen met zich mee. Zo bevatten sojakaarsen geen paraffine en geven daardoor negentig procent minder roetvorming. Daarnaast branden ze langer, geven ze een sterkere geur af en zijn eventuele vlekken makkelijk schoon te maken. Het is natuurlijk geen verplichting sojawas te gebruiken, je kan de gedroogde tuinkruiden ook mengen met gewone kaarswas of mengen met kaarsrestjes om geurkaarsen te maken.

Wat heb je nodig?

– Soja was
– Kaarslonten
– Kruidenolie naar wens (ook wel etherische olie genoemd)
– Een glazen pot
– Gedroogde kruiden naar wens (optioneel)
– Satéprikker, om de was te roeren
– (Grote) wasknijper
– Washandje (niet noodzakelijk, maar dit zorgt er voor dat de kaarsenwas niet te snel afkoelt om barsten te voorkomen)

Aan de slag

Je begint met het maken van de kaarsenwas. Zet een pan met één of twee kopjes water op het vuur en laat dit opwarmen tussen de 60 a 65 graden. Zodra het water zijn temperatuur heeft bereikt plaats je een metalen of glazen kom op de pan waarin je de soja was gaat smelten.

Wil je meerdere kaarsen maken, houdt dan het volgende in gedachten: met twee kopjes soja was maak je een kaars van ongeveer 225 gram.

Blijf roeren totdat het een vloeibaar geheel is. Zodra je een vloeibaar geheel hebt dip je de metalen uiteindes van de lonten in de was. Deze plaats je vervolgens voorzichtig op de bodem van de glazen pot en druk je een beetje aan met de satéprikker. De was dient als lijm en zorgt ervoor dat de lont mooi in het midden blijft zitten. Het andere uiteinde van de lont (de kant die je uiteindelijk aan gaat steken) bevestig je in een wasknijper, die je bovenop de pot legt. Zo blijft de lont netjes en straks omhoog staan.

Het toevoegen van de kruiden

Nu giet je de kaarsenwas voorzichtig in de pot. Gebruik hiervoor eventueel een maat- of schenkbeker. Vervolgens kun je de kruidenolie zoals rozemarijn, lavendel of basilicumolie toevoegen. Vijftien druppels aan elke zijde van de pot is genoeg, al mag je hier natuurlijk wat mee experimenteren. Naar wens kun je ook nog een theelepel gedroogde kruiden toevoegen. Nu kun je met een satéprikker het geheel voorzichtig door elkaar roeren.

Uiteraard is het ook mogelijk om de oliën en gedroogde kruiden al eerder aan de was toe te voegen, maar let er wel goed op dat je de kom niet meer op het vuur hebt staan, om te voorkomen dat je de olie verbrandt tijdens het kookproces.

Nu kun je jouw kersverse handgemaakte kaars hard laten worden. Laat de pot 24 uur staan, en doe er eventueel een washandje omheen om het risico op barsten of krimpen te voorkomen. Vergeet niet om de lont nog even af te knippen tot ongeveer 1 centimeter.

Geurkaarsen: Een authentiek cadeau

Je hebt nu al één of meerdere lekker ruikende kaarsen voor jezelf gemaakt, maar wie het geheel écht een finishing touch wil geven kan nog een stapje verder gaan. Bind bijvoorbeeld ter decoratie een takje van het betreffende kruid aan de rand van de pot vast, of fabriceer zelf een mooi handgeschreven etiket. Je kunt natuurlijk ook eens op Google of Pinterest zoeken naar afbeeldingen om inspiratie op te doen. Zodoende creër je in een middagje tijd een mooi cadeau voor een verjaardag, voor moederdag of een andere gelegenheid. Een geurkaars komt altijd genegen.